In 1997 speelde Toneelvereniging St. Laurentius, na 63 jaar, voor het laatst in Het Laurentiushuis (foto’s rechts), gelegen aan de Spekhouwerstraat. Dit gebouw, in de volksmond beter bekent als ’t Patronaat, moest in het kader van het nieuwe centrumplan, wijken voor de Rabobank.
Men heeft niet altijd in ’t Patronaat op de planken gestaan, en dat had een speciale reden. De vereniging repeteerde in het verre verleden in een gebouw, bij de huidige generaties bekend geworden als de Davidbron (lokaal van de Harmonie St. David), toentertijd gelegen op de plek waar nu ongeveer de Borenburg ligt. Men moest deze locatie in de beginjaren delen met Harmonie St. Joseph en de toenmalige Burgerwacht. Overdag werd het gebruikt als leslokaal. Op een dag mocht de vereniging het lokaal niet meer binnen, omdat een onverlaat in de ruimte een grote drol had geproduceerd. St. Laurentius kreeg de schuld, mocht daar niet meer repeteren en in ’t Patronaat niet meer spelen.
Men werd een aantal jaren “d’r sjiëtclub” genoemd. Later bleek het hoofd van de school de dader, maar dat werd in de doofpot gestopt. Noodgedwongen is men toen enige tijd uitgeweken naar café Restaurant de la Station (foto rechts) van uitbater Smeets, in de Hoolstraat in Voerendaal.
In 1997 nam men met pijn in het hart afscheid van ‘t Patronaat, echter niet alvorens men de “laatste steen”, uit het gebouw had veiliggesteld. Sjang Senden, medeoprichter en beschermheer, mocht deze uit handen van voorzitter Siem van Dinther, aan het einde van de laatste voorstelling, onder toeziend oog van het aanwezige publiek, in ontvangst nemen.
Ook is er van ’t Patronaat nog een schilderij gemaakt in 1999, door Anita Snopkowski-Smeets (foto rechts). Dit schilderij heeft toneelvereniging St. Laurentius bij de opening in 1999, aangeboden aan de Rabobank en dit schilderij heeft in de vestiging aan de Spekhouwerstraat gehangen tot de sluiting van de bank in 2014.
Voerendaal kreeg in 1999 een nieuw Cultureel Centrum: “De Borenburg“ (foto rechts) en sinds de eerste uitvoeringen, mag de vereniging zich verheugen in een enorme toename van het aantal bezoekers. Speelde men in 1997 nog voor 575 bezoekers, momenteel zijn dat er, verdeeld over 4 uitvoeringen, ongeveer 1000. Na enkele wisselingen van exploitanten, wordt de Borenburg sinds 2010 gerund door het echtpaar Van Leeuwen die er samen met hun team voor zorgen dat de toneelvereniging zich erg thuis voelt in het cultureel centrum.
Uiteraard heeft de vereniging ook op andere plaatsen gepeeld in Voerendaal. In de beginjaren speelde men ook heel veel in de openlucht en daar had men in Voerendaal een paar leuke locaties voor; Kasteel Haeren in het Haerenpark en Kasteel Cortenbach (foto rechts). In 1949, bij de viering van het 900-jarig bestaan van de Sint Laurentiuskerk kreeg de vereniging grote bekendheid met de openluchtuitvoeringen van: “Rheinhart van Voerendaal“, op Kasteel Cortenbach. Het stuk, geschreven door Pater P. Eyckeler, werd niet minder dan 7 maal opgevoerd voor vele duizenden bezoekers en onder het toeziende oog van veel kerkelijke en politieke hoogwaardigheidsbekleders.
Als verenigingslokaal heeft heel lang café Senden (de huidige Marskramer) aan het Kerkplein gefungeerd. Wiel Senden (foto rechts) de uitbater was tot aan zijn dood in 1997 jarenlang beschermheer. Zijn kinderen Annie (beschermvrouw), Hub en Fienie, zijn schoonzonen Hub Leclair (21 jaar voorzitter) en Jan Severens (oud-regisseur en ere-lid), waren ook lid van de vereniging en zijn broer Sjang was een van de medeoprichters van St. Laurentius.
Begin jaren ’70 werd café Senden gesloten en verkaste de toneelvereniging naar de overkant van het Kerkplein, naar het op 7 augustus 1970 geopende café ’t Geulke (foto rechts) van Lei en Regina Crutzen. Op deze locatie, inmiddels omgedoopt tot café ff Angesj (uitgebaat door Ed en Claudia Pluijmen), heeft de vereniging bijna 40 jaar later nog steeds haar vaste vergaderlocatie. Sinds de opening van de Borenburg repeteert de vereniging daarnaast in het cultureel centrum, maar ook zeer regelmatig in café ’t Brandhüske van Henny en Käthy Crutzen.